God is een beloner!
Op een ochtend werd ik vroeg wakker en hoorde ik een zachte stem zeggen: ‘God is een beloner!’ Ik was nog wat soezig en draaide me om. Opnieuw hoorde ik: ‘God is een beloner!’ De woorden klonken nu zo helder en krachtig alsof er iemand naast me stond. Terwijl ik me afvroeg wat dit betekende, hoorde ik voor de derde keer luid en duidelijk: ‘God is een beloner!’ Inmiddels was ik wakker genoeg om te beseffen dat deze woorden in de Bijbel staan. Ik ken ze uit mijn hoofd: Zonder geloof is het onmogelijk God welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken (Hebreeën 11:6, NBG). Opeens besefte ik dat het mij nooit was opgevallen dat hier expliciet gezegd wordt dat God een beloner is. Mees tal had ik in mijn prediking het eerste en laatste deel benaÂdrukt: ‘Als je tot God komt moet je geloven dat Hij bestaat. Je moet Hem ernstig zoeken!’ Wat er nu uitsprong waren de vier woorden: God is een beloner! Ik was helemaal wakker. Snel pakte ik mijn smartphone en las de tekst in meerdere vertalingen. De Nieuwe Bijbelvertaling zegt: Zonder geloof is het onmogelijk God vreugde te geven! Hoe kunnen we God blij maken? Het antwoord is duidelijk: door te geloven dat Hij een beloner is! Het geloof dat vreugde
geeft, is het geloof dat God een beloner is. Zo is Hij! Je hoeft er niet je best voor te doen. Je hoeft er zeker geen ernÂstig gezicht bij te trekken. De NBGÂ-vertaling heeft dit als enige er ten onrechte bij gezet. In de grondtekst vind je het woord ‘ernstig’ niet terug. Het Griekse woord dat hier met ‘ernstig zoeken’ is vertaald, duidt op ‘in aanbidding tot God naderen’. God zegt niet dat Hij je zal belonen als je een goed christen bent en de Bijbel helemaal uit je hoofd kent. Hij beloont je niet omdat je de meest getalenteerde christen bent, maar omdat je in aanbidding tot Hem nadert. Omdat je naar Hem verlangt. Hij zegt: ‘Ik beloon je voor het zoeken naar Mij!’ Het Griekse werkwoord voor zoeken betekent letterlijk ‘tevoorschijn zoeken’. We zoeken God met heel ons hart om Hem te ontmoeten. Wij zoeken God niet om iets van Hem te krijgen, maar omdat we van Hem houden. We zoeken niet de beloning, maar de Beloner! Maar het is Gods natuur dat Hij ons wil zegenen. Hij beloont ons zegent ons omdat ons hart naar Hem uitgaat en we zijn liefde willen ontvan gen, beantwoorden en doorgeven. Omdat Hij op de eerste plaats staat. We hoeven er niet ons best voor te doen. We hoeven alleen maar te geloven dat Hij is wie Hij zegt dat Hij is.
In het Griekse woord voor beloner vinden we ook de betekeÂnis van ‘teruggeven’, ‘herstellen’ en ‘compenseren’. God beÂlooft je zevenvoudig terug te geven wat de vijand heeft gestolen (Spreuken 6:30Â31 en Johannes 10:10). Hij belooft je in ere te herstellen in wat er is aangetast (Psalm 91:15). Hij belooft je te compenseren voor wat je omwille van Hem hebt achtergelaten (Marcus 10:29Â30). Koning David zei: Hoe groot is het goed dat U hebt weggelegd voor wie U vrezen, dat U bereid hebt voor wie bij U schuilen (Psalm 31:20Â21). De New Living Translation vertaalt het zo: How great is the goodness you have stored up for those who fear you. In de hemel is een compleet pakhuis vol met goedheid opgestapeld voor Gods kinderen. Niet alleen voor als je in de hemel bent, maar ook voor nu, in je dagelijkse wandel met Jezus.
God beloont ons niet om wat we doen, maar om wie we voor Hem zijn. In eenÂheid met Christus zegt God ook tegen ons: ‘Jullie zijn mijn geliefde kinderen, Ik vind vreugde in jullie!’ (naar Marcus 1:11, NBV). Toen Jezus werd geboren verscheen er een menigte van engelen die God loofde met de woorden: Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen (Lucas 2:14). God heeft in mensen een wel behagen! Hij heeft ons niet gemaakt om ons te veroordelen, maar om van ons te genieten. Het Hebreeuwse woord voor ‘welbehagen’ is ratsah; het betekent ‘behagen schep pen’, ‘plezier hebben in’ en ‘genieten van’. God schept beha gen in ons! Hij heeft plezier in ons! En Hij geniet van ons! In modern Hebreeuws wordt nog steeds hetzelfde woord gebruikt als je tegen iemand zegt: ‘Ik mag jou graag!’ Dat is wat God tegen ons zegt. ‘In Christus’ zijn we immers goedgekeurd en aanvaard als zijn geliefde kinderen. Durf je te geloven dat God van je geniet als Hij naar je kijkt? Dat Hij blij is dat jij er bent? Dat Hij plezier heeft in jou? Misschien is dat wel de grootste beloning.
Uit het boek: Groeien in geloof (nieuw!)