Ik krijg nog wel eens de vraag voorgeschoteld of ik niet bang ben dat we een knuffeltheologie ontwikkelen als we zo sterk benadrukken dat God liefde is. ‘God is toch eerst en vooral heilig?’ Deze vraag beantwoord ik altijd met een wedervraag: ‘Heeft God Adam en Eva geschapen omdat Hij heilig is, of omdat Hij liefde is?’ En in het verlengde daarvan: ‘Heeft God zijn Zoon naar de wereld gezonden, omdat Hij heilig is of omdat Hij liefde is?’ Het antwoord laat zich raden: ‘God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat iedereen die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft’ (Johannes 3:16, GN). Het is niet de vraag of God meer of minder liefde is dan dat Hij heilig is. Hij is het allebei, evenveel en tegelijkertijd. Gods liefde én zijn heiligheid zijn beide constant – zij worden nooit minder of meer – en zijn onlosmakelijk in God verweven. Maar voor een gezond godsbeeld maakt het wel degelijk uit of we beginnen bij Gods heiligheid of bij Gods liefde. Als we gaan benadrukken dat God eerst en vooral heilig is, dan bestaat het gevaar dat we een vertekend beeld van God ontwikkelen. Dan wordt de God van hemel en aarde – die als een vader verlangt naar zijn kinderen – in ons hoofd mogelijk afstandelijk, gevoelloos of zelfs onbereikbaar. Dan zouden we kunnen blijven steken bij de vraag: ‘Kan ik ooit voldoen aan wat de volmaakt heilige God van mij vraagt? Is het wel voor mij?’ Wie voortdurend er op hamert dat God heilig, hoog verheven en een mysterie is – en dat is allemaal waar – creëert een grotere afstand tussen God en mensen dan Hem misschien lief is. Waardoor mensen op eigen kracht proberen aan Gods maatstaf te voldoen, en heiligheid gedevalueerd wordt tot uiterlijk vertoon. De God die liefde is wordt dan meer en meer de God van moeten en niet mogen. God weet hoe we vast kunnen zitten in onze denkpatronen, gedragsregels en rituelen. We moeten op zondag twee keer naar de kerk. We moeten bidden, de Bijbel lezen en onze tienden geven. We moeten evangeliseren, geloven zonder twijfel en in tongen spreken. We mogen op zondag de samenkomst niet verzuimen en geen conferenties bezoeken buiten onze gemeente om. In de ene kerk mag je dit niet. In de andere kerk mag je dat niet. De kerk lijkt soms meer op een gevangenis dan op een huis van God. Een christelijke bubbel die bol staat van menselijke regels, in plaats van een huis van liefde waar verloren zonen en dochters mogen thuiskomen in de armen van hun hemelse Vader.
Uit: God is liefde punt!