Als we Gods heiligheid losmaken van Gods liefde creëren we het beeld van een onbereikbare God die de lat onmenselijk hoog legt en bestaat het gevaar dat we wettisch worden. Wetticisme maakt van Gods geliefde kinderen gedreven dienstknechten die voortdurend hun best doen om aan Gods maatstaven van heiligheid te voldoen. Zij vergeten dat Gods liefde de vervulling is van de wet: ‘De hele wet wordt in één woord vervuld, namelijk hierin: U zult uw naaste liefhebben als uzelf’ (Galaten 5:14). Wetticisme is tevreden met een uiterlijk opvolgen van de wet, zonder het hart van God te kennen. We maken onze eigen regels en wetten om zo te proberen heilig te leven. Om vervolgens te doen alsof het bepalingen van God zijn. Paulus waarschuwde de christengemeente in Galatië voor wetticisme: ‘Christus heeft ons dus de vrijheid gegeven. Dat is pas echte vrijheid! Pas ervoor op dat je je vrijheid niet verliest, door weer slaaf van wetten en systemen te worden’(Galaten 5:1, HB). Vervolgens waarschuwde hij hen met deze woorden: ‘Als u probeert door God als een rechtvaardige te worden aangenomen door de wet na te leven, bent u van Christus losgemaakt en hebt u Gods genade verspeeld’ (Galaten 5:4, NBV). Toen Jezus zei: ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent’ (Mattheüs 11:28), doelde Hij op mensen die vermoeid en belast waren door de geestelijke leiders die onmogelijke eisen aan hen stelden. Waar Jezus het meest fanatiek was tegen de farizeeën, was Paulus het scherpst tegen wetticisme.
Wetticisme is dé vijand van onze identiteit en vrijheid ‘in Christus’. Wetticisme doet ons geloven dat we door het houden van allerlei bepalingen en regels door God goedgekeurd en aanvaard worden. Dan ligt vreugde, veiligheid en zekerheid niet in Christus maar in de juiste kerkorde, de juiste Bijbelvertaling, het juiste taalgebruik, de juiste kleding, het juiste gedrag, enzovoort. Wetticisme komt voort uit onze zondige natuur. We creëren meer en meer wetten om zo te proberen heilig te leven. Het probleem is dat wetticisme nergens eindigt. Er is geen beginnen aan. We kunnen ons nooit aan al die regels houden. Jezus waarschuwde de farizeeën voor wetticisme: ‘U ontkracht het Woord van God uit eerbied voor jullie eigen traditie. Huichelaars, wat is Jesaja’s profetie toch toepasselijk op u: “Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij; tevergeefs vereren ze Mij, want ze onderwijzen hun eigen leer, voorschriften van mensen” (Mattheüs 15:8-9, NBV).
Paulus schreef aan de christenen in Kolosse: ‘Laat niemand u iets voorschrijven op het gebied van eten en drinken of het vieren van feestdagen, nieuwemaan en sabbat. Dit alles is slechts een schaduw van wat komt – de werkelijkheid is Christus’ (Kolossenzen 2:16-17, NBV). Aan de christengemeente in Rome schreef hij: ‘Er zijn er die de ene dag belangrijker vinden dan de andere; voor anderen maakt het niets uit. Gun ieder zijn eigen overtuiging. Wie een bepaalde dag in ere houdt, doet het ter ere van de Heer. Wie alles eet, doet dat ter ere van de Heer, want hij dankt God ervoor. Wie alleen plantaardig voedsel eet, doet dat ook ter ere van de Heer, want hij dankt God ook (Romeinen 14:5-6, GN). Als iemand besluit om wel of niet iets te eten en daarmee God wil eren, dan is dat in Gods ogen welgevallig. Als iemand zich op een bepaalde manier kleedt om God daarmee te eren, is dat in Gods ogen ook welgevallig. Maar als we onze manier om God te eren als een juk op anderen leggen – en we hen veroordelen als ze dit niet doen – dan zijn we wettisch bezig. We zijn vrij om te kiezen hoe wij God eren in wat we wel of niet eten of drinken en op welke dag we samenkomen om God te aanbidden. Genade geeft ons de vrijheid om te kunnen genieten van wie we zijn in Christus. Gods liefde heeft onze wil omvat om dat te doen wat Hij van ons verlangt.
Uit: God is liefde punt!