Wie het koren binnenhaalt in de zomer, is verstandig,
wie in de oogsttijd slaapt, verdient verachting.
SALOMO in Spreuken 10:5, GN
De zomer is het seizoen waarin je veel vrucht mag dragen. Het is de tijd van overvloed, de tijd om te oogsten wat in de lente is gezaaid. Het is de tijd van de oogstfeesten vol koren en jonge wijn. Het is de tijd om aan te sterken en om te genieten van alle zegeningen en voorspoed die God geeft. De tijd waarin het leven goed voor je is: Summertime, and the living is easy! Als God je zegent met overvloed, dan mag je deze zegen niet voor jezelf behouden. In de gelijkenis van de rijke dwaas zegt Jezus: ‘Het landgoed van een rijke man had veel opgebracht, en daarom vroeg hij zich af: Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn voorraden op te slaan. Toen zei hij bij zichzelf: Ik breek mijn schuren af en bouw grotere, waar ik al mijn graan en goederen kan opslaan, en dan zal ik tegen mezelf zeggen: … Neem rust, eet, drink en vermaak je. Maar God zei tegen hem: ‘Dwaas, nog deze nacht zal je leven van je worden teruggevorderd. Voor wie zijn dan de schatten die je hebt opgeslagen?’ Zo vergaat het iemand die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God’ (Lucas 12:16-21, NBV). Grotere schuren bouwen is geen zonde, maar wel als je de zegeningen voor jezelf houdt, dan zul je uiteindelijk alles – en zelfs je leven – verliezen. Dank God in het zomerseizoen voor ‘iedere gave die goed en elk geschenk dat volmaakt is en dat van boven neerdaalt’ en deel er rijkelijk van uit (Jakobus 1:17)!
Uit het dagboek ‘Begin je dag met God’.