God heeft zich op drie manieren aan ons geopenbaard. God is God als de Vader, als de Zoon (Immanuel: ‘God in ons midden’) en als de Geest (die in ons wil wonen). Toen de alwetende God besloot mens te worden, om zelf de lang beloofde Messias te zijn, gaf Hij zichzelf de naam Jezus (Redder). Vanaf dat moment zou Hij in deze mens altijd en eeuwig God en mens tegelijkertijd zijn. Dit kunnen we pas bevatten als we weten dat de eeuwige God als Schepper niet onderworpen is aan tijd, materie en ruimte (zoals wij). God staat buiten de tijd, materie en ruimte. Daarom kon Jezus zeggen: ‘Eer Abraham was Ik’ (Johannes 8:58). Jezus was er niet alleen in Gods gedachten. In Gods eeuwigheid was Hij er al voordat Hij geboren werd, omdat God altijd in het eeuwige nu leeft. Op het moment dat God besloot mens te worden was Hij er. Want gisteren is voor God nu, vandaag is voor God nu, en morgen is voor God nu. Een geestelijke dimensie die het menselijk verstand te boven gaat. De Bijbel getuigt dan ook dat Jezus gisteren en vandaag dezelfde is tot in eeuwigheid (Hebreeën 13:8). Daarom is er nooit een moment geweest dat Jezus er niet was. Al voor het ontstaan van de wereld was Hij voor altijd mens en voor eeuwig God. Petrus schrijft: ‘Jullie zijn vrijgekocht met het kostbare bloed van Christus, het volmaakte Offerlam. Hij was er al vóórdat de wereld werd gemaakt’ (1 Petrus 1:19, BB). Jezus is God in menselijke gedaante. Toen Jezus vlak voor zijn sterven tegen zijn discipelen zei dat de Vader en Hij door de Heilige Geest in hen zouden komen wonen (Johannes 14:23), bevestigde Hij nog eens dat zijn Vader en Hij één en Dezelfde zijn. Daarom wordt de Heilige Geest zowel ‘de Geest van de Vader’ alsook ‘de Geest van Jezus’ genoemd (Matteüs 10:20 en Handelingen 16:7). De Bijbel leert ons dat – als Jezus terugkomt – God in zijn ontzagwekkende grootheid altijd de Onzienlijke blijft (1 Timoteüs 1:17), maar dat Hij in Jezus Christus altijd zichtbaar en tastbaar voor ons zal zijn. Op Gods nieuwe wereld zullen we Jezus zien, horen en kunnen aanraken. Oog in oog. Van mens tot mens. De onzienlijke God zal dan alles in allen, voor en met ons zijn. Dit alles vieren we met Kerst. ‘Kom, Here Jezus, kom!’