Nadat de hogepriester het paaslam voor het volk naar het tempelplein heeft gebracht, wordt de komende vier dagen gekeken of het lam geen gebrek heeft. De evangeliën beschrijven dat ook Jezus in deze vier dagen ondervraagd wordt door farizeeën, sadduceeën, herodianen, overpriesters, oudsten en uiteindelijk de Hoge Raad. Niemand van hen is zich ervan bewust dat hun ondervraging deel uitmaakt van ‘de inspectie van het Lam’. Ze discussiëren met Jezus, proberen Hem in een valstrik te laten lopen en Hem ongeoorloofde uitspraken te ontlokken. Uiteindelijk moeten ze vaststellen dat er niets tegen Hem in te brengen is.
Als Jezus gevangengenomen wordt, trommelen ze snel enkele aanklagers op. Een rechtsgeldige aanklacht vereiste minstens twee getuigen die elkaar niet mogen tegenspreken, anders is hun aanklacht ongeldig. De getuigen die Jezus aanklagen, zijn echter vals en spreken elkaar tegen. Tot grote ergernis van de hogepriester zwijgt Jezus. Kajafas bezweert Jezus bij de levende God om de waarheid te spreken. Onder ede wil hij een antwoord op de volgende vraag: ‘Zeg ons, bent U de Christus, de Zoon van God?’ Jezus ontkent het niet. Hij antwoordt:
‘U hebt het zelf gezegd. Maar Ik verzeker u: van nu af zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterzijde van de almachtige God en u zult Hem zien komen op de wolken van de hemel’ (Matteüs 26:64, GNB). Kajafas ontploft van woede. Hij verscheurt zijn kleren en schreeuwt: ‘Hij lastert God! Hebben we nu nog getuigen nodig? U hebt allemaal gehoord wat Hij zei! Wat doen we met Hem?’ De mannen van de Hoge Raad schreeuwen allemaal: ‘Hij moet ter dood gebracht worden!’
Als ze Jezus voor koning Herodes en gouverneur Pilatus leiden, stellen deze wereldse machthebbers vast dat ze geen schuld in Hem vinden. God laat de wrede, machtswellustige Pilatus drie keer vaststellen dat het Lam van God zonder enig gebrek is: ‘U hebt die man voor mij gebracht als iemand die het volk van het rechte pad afbrengt, maar u weet dat ik Hem, toen ik Hem in uw bijzijn verhoorde, aan geen van de zaken waarvan u Hem beticht schuldig heb bevonden. En Herodes evenmin, hij heeft Hem immers naar ons teruggestuurd; Hij heeft niets gedaan waarop de doodstraf staat. Dus zal ik Hem vrijlaten, nadat ik Hem heb laten geselen’ (Lucas 23:14-17). Jezus heeft het gebod vervuld dat het Pesachlam vier dagen onderzocht moest worden. Er is geen enkel bewijs gevonden op grond waarvan Jezus kan worden veroordeeld. Iedereen heeft de kans gekregen om Hem te beoordelen, maar er is niets tegen Hem te vinden. Ze vinden geen fout in Hem.
Wil je wekelijks onze Vrij Zijn Onderwijsbrief ontvangen? Vul je gegevens hieronder in en ontvang net als meer dan 21.000 abonnees iedere week een mailing met filmpjes, quotes en korte meditaties uit Wilkin zijn boeken: