Hoop gaat vooraf aan geloof
Hoop hebben betekent vol vreugde en vertrouwen het goede verwachten. Het betekent dat je geloofsverwachting hebt dat er elk moment iets goeds kan gaan gebeuren: Wie de HEERE verwachten, zullen hun kracht vernieuwen, zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden (Jesaja 40:31). God is op zoek naar mensen die Hem verwachten. Zij verwachten dat God hun gebeden verhoort en hen geeft wat ze nodig hebben. De hele Bijbel is doortrokken van deze hoop: Hoop is het veilige en vaste anker voor onze ziel (Hebreeën 6:19, NBV).
Een anker wordt gebruikt om een schip op een bepaalde plaats te houden en om te voorkomen dat het door de golven een bepaalde kant op wordt gestuwd. Als de golven van twijfel over ons heen slaan en we heen en weer worden geslingerd door allerlei emoties en negatieve gedachten, angst en bezorgdheid, dan kunnen we niet zonder het anker van de hoop. Door de wedergeboorte is diep binnen in ons de zinderende hoop verankerd die leven brengt: God heeft ons opnieuw geboren doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, waardoor wij leven in hoop (1 Petrus 1:3, NBV). Een hoop die alles onder controle heeft en niet zal toelaten dat ons schip zal wegdrijven of omslaan. Een hoop die het met ongekende, onovertroffen zekerheid en vol verlangen naar God uitroept en het van Hem verwacht. Paulus schrijft: Zo stevig heeft het getuigenis over Christus zich in u verankerd, dat geen enkele genadegave u ontbreekt, terwijl u vol verwachting uitziet naar het moment dat onze Heer Jezus Christus zich zal openbaren (1 Korintiërs 1:6-7, GN).
Hoop doet ons verlangen naar de genadegaven die God geeft én naar de nieuwe hemel en aarde die komen gaan: Wij verwachten, overeenkomstig zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont (2 Petrus 3:13). We mogen zoveel verwachten als God in zijn Woord belooft. Zo ver als Gods beloften reiken mogen onze verwachtingen gaan.
Uit: Groeien in geloof