Jezus gaf zijn leven om het jouwe te redden

Psalm 23 is de nachtegaal onder de psalmen en wordt ook wel ‘de herderspsalm’ genoemd. David kende het herdersleven als geen ander. Zwervend over de heuvels en vlakten van Judea hoedde hij de kudde die zijn vader aan hem had toevertrouwd en zal hij Psalm 23 hebben geschreven. David wist uit eigen ervaring dat een goede herder over zijn schapen waakt. Geen werk is hem te veel. Vroeg in de morgen inspecteert hij de schapen om te zien of het goed met ze gaat. Hij wil weten of ze geen gebrek lijden. Hij doet zijn best om hen de allerbeste weidegronden en het helderste water te geven. Hij zal zijn schapen beschermen tegen weer en wind, tegen roofdieren en dieven. ’s Nachts slaapt hij met één oog en twee oren open. Bij elke dreiging van gevaar springt hij op om zijn kudde te beschermen. David zegt dat God zo’n herder is. Zo wil God voor ons zijn.

Jezus zei: ‘Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen’ (lees Johannes 10:11-15). Jezus is de Goede Herder die zijn leven geeft voor de schapen. Hij is niet als een dief die eropuit is zichzelf te verrijken en de schapen te gronde te richten. Hij is ook niet als een ‘huurling die geen herder is’ en die de schapen in tijden van gevaar in de steek zal laten. Jezus is de Goede Herder die niet alleen bereid is om zijn leven te geven voor zijn schapen, maar dit als enige ook daadwerkelijk heeft gedaan. Om jou het leven te schenken in al zijn volheid.

Uit: De Goede Herder