Struikelend achter Jezus aan
Al valt een rechtvaardige zevenmaal,
hij staat weer op!
SALOMO in Spreuken 24:16 (HSV)
Je doet je uiterste best om als christen te leven. Maar in de drukte van het leven verlies je God wel eens uit het oog. Je voelt je dan niet echt het toonbeeld van heiligheid. Je vindt jezelf een mislukkeling en twijfelt aan jezelf. Hoe is het mogelijk dat God je ‘in Christus’ als volmaakt ziet, terwijl je net voor de zoveelste keer bent gestruikeld? God is toch heilig en rechtvaardig? Hij haat toch de zonde? Als je met deze vragen worstelt is de kans groot dat je ‘je eeuwige positie in Christus’ en ‘je dagelijkse wandel met Jezus’ door elkaar haalt.
Je eeuwige positie in Christus
Jezus zegt: ‘Mijn schapen luisteren naar mijn stem, Ik ken ze en zij volgen Mij. Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven’ (JohanÂnes 10:27-28). Dit is je eeuwige positie ‘in Christus’. Als je ‘in Christus’ opnieuw geboren bent en je naam in Gods handpalm staat gegrift, kan niets of niemand je uit zijn hand roven. Zoals al je pogingen om een heilig leven te leiden jou vroeger niet uit Adam konden halen (je bleef een zondaar), zo kunnen jouw zondige daden je nu niet uit Christus halen: je blijft rechtvaardig in Gods ogen. Jezus is jouw gerechtigheid en Hij zal nooit veranderen! Niemand kan je uit Gods hand roven. Tenzij je er willens en wetens voor kiest om je eigen weg te gaan. Petrus schrijft over zulke mensen: ‘Als zij, die zich door hun kennis van onze Heer en redder Jezus Christus hebben losgemaakt van het vuil van de wereld, daar weer in verstrikt raken en er opnieuw door worden beheerst, zijn ze er erger aan toe dan voorheen. Het was beter voor hen geweest de weg van de rechtvaardigheid nooit gekend te hebben dan die weg wel te kennen, en zich vervolgens af te wenden van het heilige gebod dat hun is overgeleverd. Op hen is het spreekwoord ‘een hond keert terug naar zijn eigen braaksel’ volledig van toepassing, of ‘een gewassen zeug rolt al snel weer door de modder’ (2 Petrus 2:20-22).
Struikelen hoort erbij
Toen onze kleindochter Anne-Marij een half jaar oud was begon ze zich aan mijn handen op te trekken. Vanaf die dag oefenden we samen voor de Olympische Babyspelen. De dag dat ze haar eerste stapjes zette was ik er helemaal vol van. Een absolute mijlpaal. Toch zou onze kleindochter nog heel wat keren over een stuk speelgoed struikelen of uitglijden over onze parketvloer. Nooit hebben we haar dit verweten of erom afgewezen. Integendeel. Met een kusje en een snoepje moedigden we haar aan om weer op te staan. Met alles wat in ons is geloven we in haar.
Bij ons allemaal staat een bordje: ‘Gods droom in uitvoering’. Struikelen is een onderdeel van onze geestelijke groei. God weet dat we struikelend uit het land van de slavernij op weg gaan naar het Beloofde Land. Met alles wat in Hem is gelooft God in ons. Ondanks ons fale
n houdt Hij van ons. Daarom zegt Spreuken 24:16: ‘Al valt een rechtvaardige zevenmaal, hij staat weer op’ (HSV)! Als je struikelt krabbel je weer overeind. Struikelen is niet hetzelfde als terugvallen.
Je bent pas in zonde gevallen als je je zonde niet (meer) belijdt maar bedekt. Omdat je God niet meer onder ogen durft te komen. Omdat je bang bent door God en mensen veroordeeld te worden. Loop maar gewoon achter Jezus aan en houd zijn hand stevig vast. Hij is in staat je ‘voor struikelen te behoeden en je onberispelijk en vreugdevol voor zijn heerlijkheid te laten verschijnen’ (Judas 24, WV).
Uit het boek: Hoe God naar je kijkt