De liefde laat geen ruimte voor angst; volmaakte liefde sluit angst uit. (1 Johannes 4:18, NBV)
God ís liefde. In Rio de Janeiro, de op drie na grootste stad van Brazilië met 2,5 miljoen inwoners, mocht ik een week lang een training verzorgen voor alle medewerkers van Jeugd met een Opdracht. Het zou een bijzondere week worden. Tijdens ons eerste ontbijt uitte de Nederlandse Greet haar enthousiasme over onze komst: ‘Ik ben zo blij dat jullie er zijn! God heeft jullie zo’n grote bediening gegeven. En nu zitten jullie bij mij aan tafel.’
We voelden ons wat ongemakkelijk bij deze uitspraak. Er bestaan in onze ogen geen grote of kleine bedieningen. We zijn samen geroepen om de bediening van Jezus voort te zetten. Schouder aan schouder. Niets meer en niets minder.
In de loop van de week mochten we Greet beter leren kennen. Ze deelde haar teleurstelling met ons. Greet vertelde dat haar opvanghuis voor zwangere tienermeisjes was leeggelopen, omdat bijna alle meisjes waren teruggevallen. Het voelde als persoonlijk falen. Hoe vertel je het je achterban? Ze durfde zelfs de straat niet meer op, omdat een van de straatjongens haar met de dood had bedreigd.
Op de derde dag van de conferentie zei ik dat niemand de straat meer op zou mogen, als hij of zij niet vol is van Gods liefde. Greet reageerde direct. Ze stond op en verliet huilend de zaal. Gelukkig liep iemand met haar mee. Enkele minuten later keerde ze terug. In diezelfde dienst stortte God zijn bovennatuurlijke liefde over ons uit: a shower of love! God deed een wonder. Hij vulde Greets angstige hart met zijn alles overtreffende liefde.
De woorden van Johannes werden werkelijkheid: ‘De liefde laat geen ruimte voor angst; volmaakte liefde sluit angst uit’ (1 Johannes 4:18, NBV). Twee dagen later nodigde Greet ons uit om met haar de straat op te gaan. Diezelfde middag reden we met het busje van Jeugd met een Opdracht naar het centrum van de stad. Onder een brug vonden we een groep van zo’n tien kinderen en tieners die op straat leven. De jongste was ongeveer zeven jaar oud. We stapten uit en zagen een van de teruggevallen meisjes van het opvanghuis en haar vriendje, die Greet had bedreigd, stoned op de grond liggen.
Wat er toen gebeurde zal ik niet snel vergeten. Ik volgde Greets voorbeeld en knielde bij hen neer. Greet keek de jongen recht in de ogen en zei met zoveel liefde: ‘Jij gaat mij niet vermoorden.’ Er lag zoveel autoriteit in deze woorden dat de jongen zijn ogen neersloeg en zich zichtbaar gewonnen gaf. Dit is het moment geweest dat ik ontdekte dat degene met de meeste liefde de meeste autoriteit heeft.
Greet liet het meisje een foto zien van haar en de baby, die na de bevalling door de autoriteiten van haar was afgenomen. Dat was de reden geweest dat dit moedertje het opvanghuis had verlaten. Toen ze de foto zag, begon ze te huilen. Samen met Greet mocht ik voor deze veel te jonge moeder bidden. God veranderde deze troosteloze plek in een shower of love. Zelden heb ik Gods liefde zo sterk gevoeld als op deze plek.
Toen we weer terug in Nederland waren, kregen we bericht dat het meisje naar het opvanghuis was teruggekeerd. In samenwerking met de kinderbescherming hebben de medewerkers van Jeugd met een Opdracht een huisje voor het stelletje gevonden, waar ze onder begeleiding mogen wonen en voor hun kindje kunnen zorgen.
God ís liefde. Gods liefde is nooit bedreigend, onzelfzuchtig, gewaagd en geeft nooit op. ‘Iedereen die in liefde leeft, hoort voor altijd bij God. En God blijft voor altijd in hem’ (1 Johannes 4:16b, BGT). Wij zijn de enige handen die God heeft, de enige voeten, de enige ogen, de enige oren, de enige mond en het enige hart van God op aarde. God heeft ons nodig om de mensen te laten zien wie Hij is. Hij wil door ons heen hen liefhebben. Gods liefde in en door ons maakt het verschil.
God heeft onze handen nodig
om liefdevol uit te reiken naar wie dreigt te vallen.
God heeft onze voeten nodig
om in liefde te gaan naar waar niemand gaat.
God heeft onze ogen nodig
om te zien waar Gods liefde niet gekend is.
God heeft onze oren nodig
om een schreeuw naar liefde te herkennen.
God heeft onze mond nodig
om te getuigen dat Gods liefde overwint.
God heeft ons hart nodig
om zijn liefde in uit te storten.
God heeft jou en mij nodig
om zijn liefde door te geven.
Uit: God is liefde punt!