‘En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid. Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome.’ (2 Korintiërs 12:9)

Ik kan er voor kiezen om in mijn eentje te worstelen tegen de zonde, maar dat is water naar de zee dragen. Uit mijzelf heb ik niet de kracht om de zonde te overwinnen of de verleiding te weerstaan. Er is maar één mogelijkheid om onberispelijk te leven, dat is door te leven met de Onberispelijke!

Als wij ons oog op Jezus blijven richten, bezitten we alles, maar als wij tot onszelf terugkeren, hebben wij niets. Paulus heeft het geheim ontdekt hoe hij zijn zondige natuur gekruisigd houdt en hoe hij deel krijgt aan de kracht van Christus: ‘En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid. Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome’ (2 Korintiërs 12:9).

Door te roemen in onze zwakheid houden wij onze zondige natuur gekruisigd en zal de kracht van Christus in ons openbaar worden. Wij moeten net als Paulus leren roemen in onze zwakheid. Dit is geen valse nederigheid of bescheidenheid, maar het is ons bewust worden van onze eigen onbekwaamheid en ons onvermogen. Roemen betekent God danken. Paulus zegt dat we God moeten danken voor alles wat we niet kunnen uit onszelf. Door dit hardop te belijden, danken we God dat Hij zijn kracht in ons zal openbaren.

Ons gebed mag bijvoorbeeld zijn:

‘Heer, ik dank U dat ik het niet red.
Ik dank U dat ik met geen mogelijkheid de zonde kan overwinnen.
Ik ben volkomen machteloos.
Ik verheug me in mijn onbekwaamheid.
En ik verblijd mij over mijn machteloosheid.
Alleen U bent bekwaam!
Ik dank U wel dat ik mijn partner niet kan liefhebben.
Dank U wel dat ik mijn vader niet kan vergeven.
Dank U wel dat ik niet kan stoppen met deze slechte gewoonte.
Maar in U ben ik meer dan een overwinnaar.
In U vermag ik alle dingen, omdat U mij kracht geeft en mijn leven leidt.

Amen!’

Overwinning heeft niets met onszelf te maken, maar met Jezus die in ons woont. Hij is het die in ons overwint, Hij is het die mij helpt mijn partner lief te hebben. Hij is het die mij helpt mijn vader te vergeven. Hij is het die mij kracht geeft te stoppen met mijn slechte gewoonte. Hij is het die geworsteld heeft tegen de zonde en heeft overwonnen. Zolang ik leef in intimiteit met Jezus, in gesprek met Hem blijf, heeft zonde geen macht over mij. Wat een ontspanning geeft dit!

Maar zo gauw ik mijn intimiteit met Hem verlies, verlies ik alles en leef ik als een vogelvrij verklaarde en heeft de zonde mij zo te pakken. Zonde komt alleen tot ons als wij geen intieme, persoonlijke relatie met God, door Jezus, hebben. Wanneer houdt deze strijd in ons op? We worden pas verlost van deze ‘burgeroorlog’ in ons, als we bij de terugkomst van Jezus een nieuw en verheerlijkt lichaam krijgen. Dan zullen wij ook in ons lichaam gelijk zijn aan het lichaam van Jezus, waarin de zonde en de dood niet langer hun werking zullen hebben (1 Korintiërs 15).

Uit: Het wonder van het kruis