‘God legde de schuld en zonden van ons allen op Hem!’ (Jesaja 53:6, HB)
Jezus weet dat Hij in het bijzonder voor de komende achttien uur naar deze wereld is gekomen. De Man zonder zonde, wiens levensbeker alleen maar gevuld is met liefde, vrede, trouw, geduld, vriendelijkheid, mildheid, tederheid, blijdschap en zelfbeheersing. Zijn beker wordt gevuld met overspel, ontucht, vuiligheid, losbandigheid, afgoderij en spiritisme, haat, ruzie, nijd, drift, rivaliteit, onenigheid, sektarisme, jaloezie, dronkenschap, onmatigheid en al het andere dat onze zondige natuur heeft voortgebracht!
In Gethsemané, de olijfpers, worden jouw en mijn zonden, elke perversiteit van de wereld, samengeperst in die ene beker. De zonden van de serieverkrachter, van de onmenselijke dictator Adolf Hitler, door wie zes miljoen Joden werden vergast en vermoord, elke wreedheid, lust, haat, onvergevingsgezindheid, moord, enzovoort, wordt samengeperst in die ene beker. Elke zonde van de hele wereld, van Adam tot en met de laatst geborene, wordt geconcentreerd in die ene beker.
De Man zonder zonde die zo zuiver en puur is dat wij er ons geen voorstelling van kunnen maken, wordt in alle delen van zijn goddelijke natuur geconfronteerd met elke zonde van ieder mens, dat ooit geboren is of wordt geboren in deze wereld. De zondelast van de hele wereld drukt zo zwaar op Hem, dat Hij het idee heeft dat zijn ziel wordt samengeperst. De Bijbel zegt dat God ‘Hem, die geen zonde gekend heeft, voor ons tot zonde heeft gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem.’ Een andere vertaling zegt: ‘Christus heeft geen zonde gekend, maar om ons heeft God op Hem de zondelast gelegd, om ons door onze eenheid met Christus rechtvaardig te maken’ (2 Korintiërs 5:21, GN).
Jezus ondergaat in de Hof van Gethsemané hetzelfde als de zondebok op de Grote Verzoendag. De zonde van de hele wereld wordt op Hem gelegd. Hij vereenzelvigt zich vrijwillig met onze zonden! Dit is wat Johannes de Doper voorspelde dat zou gebeuren: ‘Zie het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt’ (Johannes 1:29). Zoals de hogepriester zijn handen op het bokje legde en daarmee alle zonden van het volk Israël op het dier werden gelegd, zo legt God de zonde van de hele wereld op Jezus, het vlekkeloos en onberispelijk Lam van God, dat de zonde van de hele wereld zal wegnemen. Hiermee gaat de 700 jaar oude profetie van Jesaja in vervulling: ‘God legde de schuld en zonden van ons allen op Hem!’ (Jesaja 53:6, HB)
En op het moment dat Jezus God het hardst nodig heeft, ontstaat er een onoverbrugbare kloof tussen Hem en zijn Vader. Want zonde brengt scheiding tussen God en mensen. Zonde doet Gods aangezicht voor ons verborgen zijn. Voor Jezus kan geen uitzondering worden gemaakt! God kan Hem niet langer persoonlijk ondersteunen en bemoedigen. Dit is waar Jezus al die tijd tegen op heeft gezien: geconfronteerd te worden met de zonde van de wereld en daardoor gescheiden te worden van zijn Vader. Hij, die zonder zonde is wordt tot  zonde gemaakt! De Hebreeënschrijver zegt: ‘Tijdens zijn dagen in het vlees heeft Hij gebeden en smekingen onder sterk geroep en tranen geofferd aan Hem, die Hem uit de dood kon redden, en Hij is verhoord uit zijn angst’ (Hebreeën 5:7).
Als antwoord op Jezus’ gebed stuurt God Hem een engel uit de hemel, om Hem kracht te geven (Lukas 22:43).