‘Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, die door de eeuwige Geest zichzelf als een smetteloos offer aan God gebracht heeft, ons bewustzijn reinigen van dode werken, om de levende God te dienen?’ (Hebreëen 9:14)
Ons geweten is ook ons bewustzijn. Het Griekse woord voor geweten (suneidesis) is afgeleid van het werkwoord suneido wat vertaald mag worden als ‘in gedachten voor je zien’. Zo zegt koning David in één van zijn psalmen dat zijn zonden hem steeds voor ogen staan: ‘Ik ken mijn overtredingen, mijn zonde staat bestendig voor mij’ (Psalm 51:5).
Davids verleden achtervolgt hem. Zonder dat hij het wil, ziet hij in gedachten weer voor zich hoe hij met Bathseba overspel pleegt en Uria, haar man, de dood instuurt. Een andere vertaling verwoordt het zo: ‘Steeds opnieuw gaan mijn gedachten terug naar deze daad, waarmee ik van uw pad afweek’ (HB).
Hier is geen sprake van een aanklacht van de boze. Het is Davids verontreinigde geweten dat hem aanklaagt. Hij wordt er doodmoe van. David roept het dan ook uit naar God: ‘Let niet op mijn zonden, wis mijn fouten uit. Mijn God, maak mijn hart zuiver en mijn geest standvastig. Stuur mij niet van U weg, blijf mij bezielen, dat ik weer vreugde voel om wat U met mij voorheeft; maak mij daartoe bereid’ (Psalm 51:11-14, GN).
We zijn ons vaak niet bewust dat herinneringen als beelden worden opgeslagen in ons geheugen. We beseffen niet wat bijvoorbeeld het zien van seksueel getinte beelden voor invloed op ons leven hebben. Zonder dat we het misschien willen, worden deze plaatjes of ervaringen uit het verleden in ons bewustzijn opgeslagen.
In ons bewustzijn (suneidesis) ligt ook de pijn in de herinnering aan de zonde opgeslagen. Professionele hulpverleners en pastoraal werkers kunnen moeilijk of niet bij deze pijn komen omdat de pijnlijke herinneringen veelal zijn verdrongen om te kunnen overleven.
Door het wonder van het kruis kan God het onmogelijke doen en ons bewustzijn reinigen van dode werken. ‘Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, die door de eeuwige Geest zichzelf als een smetteloos offer aan God gebracht heeft, ons bewustzijn reinigen van dode werken, om de levende God te dienen?’ (Hebreeën 9:14)
Dit betekent dat God de pijn die in de herinnering aan de zonde ligt opgeslagen in ons bewustzijn, kan aanraken zodat wij innerlijke genezing ontvangen. Alleen dan kunnen wij vergeten wat achter ons ligt en mogen wij ons uitstrekken naar wat (in Jezus) voor ons ligt. Zo wordt de profetie van Jesaja in ons leven vervuld dat Jezus ook onze smarten heeft gedragen:
‘Nochtans, onze ziekten heeft Hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden Hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte’ (Jesaja 53:4).
Omdat Jezus voor ons werd mishandeld, verworpen en veroordeeld zijn wij door God volledig aanvaard en kunnen wij in zijn nabijheid innerlijke genezing ontvangen voor onze verwonde ziel. Van alle zeven wonderen van het kruis blijft dit voor mij het meest indrukwekkende wonder dat God door Jezus Christus voor ons heeft bereid.