De weg van de kudde voert niet altijd langs grazige weiden en stille wateren. In de zomermaanden is de herder genoodzaakt zijn kudde naar betere, hoger gelegen weidegronden te brengen. Om deze grazige weiden te bereiken, moet de herder zijn kudde door een donker dal leiden. Het woord dat in Psalm 23 wordt gebruikt voor een ‘donker dal’ verwijst naar een zeer nauwe doorgang tussen twee bergketens. Het wijst op een dal vol gevaren en dreiging. Zo’n duistere kloof heet in het Hebreeuws gáy en betekent ‘ravijn’, ‘diepe spleet’ of ‘holle weg’. In sommige gedeelten van Judea vind je nog steeds van die diepe, dreigende doorgangen waar zelfs de zon niet kan schijnen. Als de herder met zijn kudde door zo’n duister dal trekt is de kudde angstig en onrustig. In de spelonken loeren doodsvijanden op de kudde. Zodra er een schaap achterblijft of een lam in een spleet valt, bespringen zij hun prooi. Over zo’n duistere doorgang heeft David het in Psalm 23. Het is er donker en dreigend. Je denkt misschien: waarom vermijdt de herder deze diepe, gevaarlijke doorgang niet? Dat is omdat de herder geen keus heeft. In het voorjaar hebben de schapen de weiden kaalgegraasd. Nu moet hij een nieuw gebied zoeken. Anders zal de kudde door gebrek aan voedsel omkomen. Een goede herder zal zijn kudde in de zomer naar hoger gelegen weidegronden leiden om zijn schapen van goed en genoeg voedsel te kunnen voorzien.

Voordat de herder zijn kudde naar de hooggelegen zomerweide brengt, neemt hij eerst zelf poolshoogte. Hij moet immers op mogelijke gevaren voorbereid zijn: kolkende bergstromen, giftige planten, lawines, steenslag en wilde dieren. Hij zal het gebied aan een grondig onderzoek onderwerpen om de beste weg voor zijn schapen uit te zoeken. Een goede herder is zijn schapen voorgegaan en kent de gevaren die zijn kudde kunnen bedreigen. Zodat hij hen in elke situatie, die hen anders te gronde zou richten, kan bijstaan. Zoals de herder omgaat met de kudde, zo gaat de Goede Herder om met jou. Als je weide afgegraasd en kaal is, brengt God je hogerop. Hij leidt je langs de kale velden, het bergpad op. Er staat niet in Psalm 23 dat God je in het dal van diepe duisternis brengt. Er staat dat God, wanneer het dal onvermijdelijk komt, je er doorheen leidt! De Goede Herder van Psalm 23 gaat niet met een grote boog om het dal van diepe duisternis heen. Hij gaat er met de kudde dwars doorheen. En wat doen de schapen? Ze blijven zo dicht mogelijk bij de herder en ze kruipen dicht tegen elkaar aan.

God heeft nooit gezegd dat ziekte en ongelukken je bespaard zullen blijven als je goed leeft – dat het kwaad alleen mensen zal overkomen die het ernaar gemaakt hebben. In dit leven kan jou alles overkomen wat je buurman ook overkomen kan. God heeft nooit gezegd dat jij niet door het dal van diepe duisternis heen zult gaan. Integendeel, deze Psalm leert ons dat dit onvermijdelijk is: momenten van verlies, eenzaamheid, ziekte, ontmoediging of vervolging zullen ons overkomen. Als je door ‘een dal van diepe duisternis’ gaat kan alles om je heen bedreigend lijken, of zelfs zijn. Misschien zie je geen hand voor ogen, is de zon in geen velden of wegen te bekennen en lijken de metershoge muren op je af te komen. Weet dan dat de Goede Herder zijn schapen nooit daar laat gaan waar Hij zelf niet eerst is geweest. Hij kent de gevaren op het pad en kent de verlammende, angstige gedachten van elk van zijn schapen. Hij kent de weg. En Hij zal je nooit die weg alleen laten bewandelen.

Kijktip: In deze serie wil Wilkin je helpen God te vinden, zelfs als je wereld in elkaar lijkt te storten. Als jij je zorgen maakt, geeft Psalm 23 je moed om je angst te overwinnen. Als je verdrietig bent, biedt de psalm je troost, zodat jij je weg kunt vinden door het dal van diepe duisternis. Als jouw werk je dreigt af te matten, dan wijst Psalm 23 je de weg hoe je weer op adem kunt komen. Ook jij staat er niet alleen voor. Er is Iemand die je kent en die voor je zorgt. Hij leidt je dwars door de moeilijkheden heen, het dieptepunt voorbij. Laten we samen in de leer gaan bij een man die wist hoe hij een reus tegemoet moest treden om hem te overwinnen.

Klik hier om de eerste aflevering te bekijken op Vrij Zijn TV.

Cadeautip: In dit prachtig geïllustreerde geschenkboekje laat Wilkin van de Kamp je op verrassende wijze zien hoe de Goede Herder uit Psalm 23 omgaat met zijn schapen. Jezus is die Goede Herder. De psalm zegt niet dat je nooit iets kwaads zal overkomen, maar dat de Goede Herder in elke situatie bij je is. Hij brengt je nooit naar een plaats waar Hij niet eerst zelf is geweest. De Goede Herder leidt je door het dal van diepe duisternis, om de hoger gelegen weidegronden te bereiken. Hier nodigt Hij je uit om – voor de ogen van je vijanden – aan zijn tafel plaats te nemen. De tafel van de Goede Herder is de plek waar je tot rust komt, waar je geliefd wordt en waar je vol overtuiging het lied van de Herder zingt: ‘De Heer is mijn Herder, mij ontbreekt niets!’ Een absolute aanrader.